![]() Mijn wijsvinger gleed over het gladde scherm van mijn telefoon. Behalve het geluid van de optrekkende bus, was het stil. De bus was vol maar iedereen was moe. Van het blokken, van het werk, van de stress die dit jaar met zich meegebracht heeft. Er hing een affiche aan de bushalte. "All I Want For Christmas, Is 2021," stond er in grote letters op, met daaronder een fles ijskoude Pepsi. "Is het dat?" dacht ik, "is dat alles wat Pepsi wil? Gewoon een ander jaartal?" Ik krijg wel vaker te horen dat ik te ver nadenk over de dingen. Zo vraag ik me bijvoorbeeld af hoe klote de mensen die hun inmiddels aan Covid-19 overleden familieleden een gezond 2020 hebben toegewenst, zich nu moeten voelen. Maar 2021? Willen we dat echt? Kunnen we ons dat permitteren? Is er eigenlijk nog iets noemenswaardig over om er überhaupt een jaartal op te kunnen kleven? Laten we gewoon gezellig van nul beginnen en eens proberen de boel deze keer niet te laten verzieken? Ja, ik denk te ver na maar ik vrees dat ik ook gewoon teveel heb geleerd in 2020. Ik heb geleerd dat we best een grote groep mensen naar Mars sturen, zogezegd om de planeet te koloniseren, maar eigenlijk gewoon omdat het domme kloten zijn die alleen maar schade aanrichten. Ik heb ook geleerd dat het geen enkele zin heeft om kwaad te zijn op die mensen, omdat zij er ook niet aan kunnen doen. Ze zijn zo opgegroeid, opgevoed en opgeleid. Zij leven in een andere wereld, eentje waar de pijn van het dagelijkse leven kan worden opgelost met een Nurofenneke en een fles vodka. Een wereld waar alles maar kan worden uitgebraakt zonder noemenswaardige gevolgen en waar eigenlijk niemand nog geloofwaardig kan overkomen. Maar goed, ik zat op de bus, te wrijven over dat Chinese glas. Op mijn feed kwam het zoveelste eindejaarlijstje voorbij. Die dingen zijn niet meer te tellen tegenwoordig. Iedereen heeft er eentje nu, van muziekalbums, van boeken, van seksspeeltjes, van chocolade... Noem maar op. Dus besloot ik om de stroom eens te volgen en na te denken over een eigen eindejaarslijstje. Bij deze: Hier is mijn top tien van dingen die ik vanaf 2021 liefst niet meer wil zien/horen/meemaken. 10. Corona
Wat ik zelf zo verschrikkelijk vind aan dit virus is dat het op de longen slaat en niet op de hersencapaciteit. Als nu alleen de echt domme mensen, degene die ik in de inleiding al heb aangehaald, getroffen zouden worden, dan zou elk lockdownfeestje een direct en rechtvaardig bloedbad geweest zijn en waren we al lang van al dit gezeik af geweest. Helaas zijn de slachtoffers andere mensen, onschuldige grootouders en familieleden met een zwakke weerstand. En, helaas trekken die feestgangers zich daar geen hol van aan. Ik meen het, Mars zou een goede plaats zijn voor dit soort mensen, of vlieg hen rechtstreeks de zon in, anders komen ze misschien nog terug. Het meer choquerende aan deze situatie echter, is het besef dat we eigenlijk toch een bende verwende rotkinderen zijn, niet? Hadden we nu met z'n allen net dat tikkeltje meer zelfdiscipline gehad, dan waren die tweede en die derde golf niet zo erg geweest. Dan hadden we ons niet in een sociale, psychologische, economische en culturele crisis gestort. Maar dat hebben we dus wel gedaan want we konden niet zo goed ademen door die maskertjes, en we kunnen niet van mekaar afblijven, en onze handjes drogen uit van al die ontsmettingsalcohol. Wèèh. Tussen alle lijnen door, is dat de uitspraak die ik het vaakst heb gehoord en gelezen in 2020: Wèèh. 9. Politici
Ik herinner me een chatgesprek met een vriend van mij. Het was zomer en ik had het nog maar eens gehad met onze Belgische politici. Mijn voorstel was simpel: smijt ze buiten en vervang hen door vakspecialisten. Wetenschappers, medici, ingenieurs, leerkrachten, ... Dat zijn de mensen die ons door deze crisis kunnen helpen, niet die gestropdaste lul uit die gezamenlijk masturberende studentenclub. Dat is dit jaar wel duidelijk geworden, me dunkt. Die vriend van mij vond dat een beetje ideologie toch wel gepast was maar daar ben ik het nog steeds niet mee eens. Ideologie begint voor mij steeds meer te stinken naar religie, wat me bij het volgende punt brengt. 8. Religie
Maar dat is niet de realiteit, vrees ik. In deze wereld, in dit jaar, komen de corona-ontkennende predikers bovendrijven en komen de nu illegale Joodse huwelijksfeesten in beeld. "God staat boven alles," zeggen ze dan. Heren, want het zijn vooral heren, zelfs IS heeft strijders aangeraden thuis te blijven. Zelfs de meest fundamentalistische moslims hebben door dat God niet echt boven corona staat. Dat wil al iets zeggen, niet? Weet je wat ik denk? God had er genoeg van en is in een ander universum opnieuw begonnen. Wij zijn niet veel meer dan een onafgewerkt hobbytreinproject dat op zolder staat weg te rotten. Laten we elkaar de elleboog geven en genieten van onze vrijheid. Nu ik toch bezig ben over overtuigingen en dat soort rommel. Flat-earthers en anti-vaxxers, ga alsjeblieft ergens in een rivier in de Ardennen brullen. Jullie hebben ongelijk en wij zijn jullie geleuter zo beu als koude pap. In vergelijking met jullie zijn zelfs vegans aangename, joviale mensen. De enige reden waarom jullie niet naar enige rede willen luisteren, is omdat jullie uniek willen zijn en willen opvallen in een maatschappij waar steeds meer mensen gezond verstand beginnen kweken. Stop met je eigen onderzoek te doen en kweek eerst een stel werkende hersenen. Begin met kruiswoordraadsels in te vullen in plaats van YouTube-video's te bekijken, en vergeet je gat niet af te vegen. 7. Die verschrikkelijke bas in moderne hip hop varianten
6. (De Meeste) Amerikanen
Karens, Assholes en Kardashians, dat is Amerika. Je zou toch bijna beginnen hopen dat Yellowstone eindelijk uitbarst en de hele hens onder een dikke laag lava legt. Natuurlijk zijn er uitzonderingen maar ik vrees dat we de toffe Amerikanen stilaan als "collateral damage" mogen beginnen beschouwen. Die arme sukkelaars zijn een zware minderheid, als ik de beelden en nieuwsberichten mag geloven. Dus ja, die gaan het niet overleven, zeker niet met de burgeroorlog die eraan zit te komen. Kom, verwijder ze uit je Twitter, ontvriend hen op facebook en stop met dingen in dollar te betalen. Weg met dat continent. 't Is genoeg geweest. 5. Iedereen die op een marketingafdeling werkt
Ik mis de tijd dat marketing nog een creatief randje had, toen je nog eens kon lachen met een goede reclamespot of blij verrast was met een originele slogan. "Ze zij mijnheer tegen mij", weet je nog? Tegenwoordig draait marketing echter bijna volledig rond psychologische beïnvloeding, inspelen op negatieve emoties. "Je hoort er niet bij als je niet bij ons koopt." of "Onze producten zorgen ervoor dat je morgen niet dood valt." Plus, jaren van geweeklaag over de onrealistische schoonheidsidealen die jullie gecreëerd hebben, hebben duidelijk geen reet uitgehaald. Ik zie nog steeds dezelfde panlatten dezelfde stinkflessen aanprijzen. En een arrogant bakkes dat die modellen trekken, wie denken die wel dat ze zijn? 4. Slachtoffertje spelen
Domheid kan ik ook nog begrijpen, maar die vieze, achterbakse slachtofferrol waar jullie zijn ingekropen is een van de laagste punten die jullie konden bereiken. Slachtoffers komen in alle maten en vormen voor, maar beweren dat jullie "ocharme ocharme" een slachtoffer zijn van een Gentse homo met een hobby, staat helemaal onderaan de ladder. Ja, die kerel had dat niet mogen doen maar jullie eigenlijk ook niet, hé, snoeperkes. Als een vrouw naaktfoto's doorstuurt die op internet gelekt worden, wordt ze een hoer genoemd. Dus ja, jullie zijn ordinaire gigolo's. Pech. 3. De moord op de cultuursector
2. Panda's
1. Haat
0. NawoordenZo, dat was leuk, althans leuker dan 2020 zelf. Toch vind ik dit geen jaar om snel te vergeten. Zoals wij hebben moeten leren over de wereldoorlogen, om als volwassenen niet dezelfde fouten te maken, moeten toekomstige generaties dit jaar zien als een belangrijk keerpunt in de menselijke samenleving. Shit, wat een lange zin. Ik wens jullie allemaal een beter 2021 en alvast een fantastisch 2022.
De rest van deze column is reclame voor mijn boek 'Niet Weerhouden'. Koop het hier of bij Standaard Boekhandel. ![]() Ik kom/kwam er niet meer vaak, voornamelijk door gehoorproblemen. Als ik lang tussen luide bassen sta, krijg ik stekende pijn in mijn oren, dus ja, dan doen we dat maar niet. Eigen schuld, trouwens, had ik maar niet mijn halve jeugd naast enorme luidsprekers moeten doorbrengen. Maar goed, dat nemen ze mij al niet meer af: die concerten, die sfeer, die waanzin. Die herinneringen kan ik nog lang meedragen. Telepathy bijvoorbeeld, wat een bom was me dat zeg, of Thisquietarmy, mét band. Dood gaan. Maar heerlijk dood gaan. Ik heb goede vrienden van mij de kleine zaal zien omtoveren tot een kleine hemel. De drones en soundscapes van Stratosphere en Ashtoreth waren pure magie. Ik heb Lord Kesseli and the Drums, een duo dat niet echt binnen het genre van de AMC valt, er een brok pure energie weten lossen waarna zelfs de hardste twijfelaars platen gingen kopen. De dag nadien heeft de band vleessalade leren kennen. Dat bestaat blijkbaar niet in Zwitserland, doch dit geheel terzijde. De indruk die Antwerp Music City bij mij heeft achtergelaten, heeft een immense invloed gehad op mijn sociale leven hier in Antwerpen. De invloed is zodanig sterk dat AMC en Sus bijna letterlijk in mijn boeken voorkomen. In 'Cecilia's World' en in 'Niet Weerhouden' is AMC omgedoopt tot 'De Moltrein' (naar het Afrikaans voor "Metro"). Net als in het echte leven is De Moltrein een plek waar hechte vriendschappen ontstaan, waar respect, hulpvaardigheid en rechtvaardigheid heersen, waar herinneringen gemaakt worden die een leven lang meegaan, waar mensen binnen komen voor de muziek en binnen blijven voor elkaar. ![]() Klinkt melig, niet? Toch weet ik zeker dat ik niet de enige ben die er zo over denkt. AMC heeft het moeilijk maar wat ik nu zie gebeuren, bewijst maar weer eens dat het hart van de Antwerpse underground klopt als nooit tevoren. Koekjes, bier, t-shirts, prints... Mensen die kunnen, halen alles uit de kast om een paar euro's naar de Handelsstraat te sturen en dat is geen toeval. In AMC worden sterren geboren. Ik hoef geen namen te noemen. Iedereen weet welke bands er al uit de repetitielokalen gekropen zijn, om daarna podia over de hele aardkloot te veroveren. En iedereen weet dat achter elk van die bands een horde dolenthousiaste AMC'ers staat, met een kop vol Jupiler en een pens vol trots, of andersom. Dus ja. Antwerp Music City is een monument, iets om fier op te zijn. Ofwel moeten we UNESCO bellen, ofwel moeten we zelf ons stinkende best doen om de boel draaiende te houden. Op wie moeten we anders rekenen? Ik denk niet dat Fernand Huts van AMC een underground-cultuurcentrum gaat willen maken. Gert Verhulst zal er geen videoclip voor K3 komen opnemen. We moeten het zelf doen. Als er één sector dat kan, dan is het wel de underground. Dus, in plaats van kerstcadeaus die 's anderendaags op eBay staan, koop elkaar fantastische avonden in Antwerp Music City. Steun de initiatieven, koop desnoods Pie zijn onderbroeken. Doe wat je wil maar support the underground. ![]() "Toch knap. Ik zou het niet kunnen, zo'n boek schrijven," zei hij terwijl hij het testexemplaar door zijn handen liet dansen. "Ben je daar lang mee bezig geweest?" Ik kon eigenlijk niet anders dan mijn hoofd schudden. "Het is maar wat je lang noemt." Dat was het beste antwoord dat ik hem kon geven. Persoonlijk vond ik dat het schrijven van 'Niet Weerhouden' enorm vlot is gegaan, zeker in vergelijking met mijn eerdere werken, 'Cecilia's World', 'Gehucht' en 'I Do Not Want This'. Dat laatste is zelfs nog niet af geraakt, dus daar gaan we verder over zwijgen. Wat is lang en wat is snel? Er lagen Covid-19-boeken in de winkel op de eerste dag na de eerste lockdown. Dat is snel. Zo'n rotvaart liep 'Niet Weerhouden' nu ook weer niet, maar het is best wel vlot gegaan, als ik eerlijk moet zijn. "Ik denk dat ik er een zestal maanden aan heb gewerkt." Dat was een kleine leugen. Het waren vijf maanden. Vijf maanden, zes dagen per week van tien uur 's avonds tot drie uur 's nachts, plus spellings-, censuur en continuïteitscontrole in de namiddagen. En dan moesten de grafische, juridische en fiscale details nog komen. "Ja, er komt wel wat bij kijken," zuchtte ik. Dat was geen leugen. 1. Wat voorafging Net zoals veel landgenoten zat ik technisch werkloos thuis maar verveling heeft nooit een kans gekregen. In plaats van met mijn hoofd tegen de muren te bonken of lockdownfeestjes te organiseren, hield ik me bezig met muziek en met schrijven. 'Cecilia's World' was al enige tijd op de markt en ik deed mijn uiterste best om 'I Do Not Want This' af te werken. maar ik merkte dat ik de Engelse taal een beetje beu begon te worden. Ik wilde weer naar mijn moedertaal. Voor corona bestond, was ik aan 'Gehucht' begonnen, een thriller met gevoel voor humor. Mijn vrouw en de andere vrijwillige testlezers waren enthousiast over het verhaal, waardoor alles in gang werd gezet om het boek in productie te laten gaan. Maar net daar liep het mis. Het leek alsof bovennatuurlijke krachten de publicatie van 'Gehucht' wilden tegenhouden. De grafici werkten niet mee. Het coronavirus legde de hele samenleving lam. Het benodigde statuut en de daarbij horende kosten vormden plots een te groot risico. De tekst is zelfs nooit ter controle uit de printer gerold want plots was alle inkt op. Het universum keerde zich tegen mijn Nederlandstalige debuutroman, dus de novelle ging de koelkast in. Wat volgde was een korte maar vrij deprimerende periode. Ik schreef niets meer en maakte geen muziek meer, maar mijn Sim woonde wel in een prachtig huis op een tropisch eiland. Zo spendeerde ik mijn nachten. Overdag hield ik me bezig in de keuken en ik moet nu wel zeggen, dat koken gaat me wel goed af tegenwoordig. Ze zeggen wel eens dat het bloed kruipt waar niet gaan kan, en, al mijn kookkunsten ten spijt, begon ik uiteindelijk weer teksten uit mijn vingers te toveren. Er kwamen nieuwe muziekrecensies, een oude hobby van mij, enkele columns en uiteindelijk ook een idee voor een nieuw boek. Een titel was er nog niet maar het zou een spannende roman worden waarin het lot van twee hedendaagse families werd bepaald door een voorval op het einde van de tweede wereldoorlog. Er werd een tekstbestand gemaakt met de hoofdpersonages en de blauwdruk van het plot. Er werden namen voor gemeenten verzonnen (ik werk altijd met fictieve plaatsen) en uiteindelijk werd heel de zooi in de vuilnisbak gekieperd wegens te complex om er iets deftigs van de maken. Hello darkness, my old friend... ![]() 2. Van idee tot plot Erger nog dan het vernietigen van een idee voor een verhaal, is de afwezigheid van een alternatief. Er was niets. Geen plot, geen personages, geen fictieve steden. Nul. Maar ik wilde schrijven. Het kon me eigenlijk niet schelen wat dus ik smeet maar een berg woorden naar de computer om ze te publiceren op mijn website of op Merchants Of Air. Niet alles kwam op het web terecht, soms waren de columns die ik schreef gewoonweg niet voor publicatie vatbaar. Letterlijk. Ik heb wat literair afgevloekt, deze zomer. Uiteindelijk was het één van die columns die de aanzet gaf tot 'Niet Weerhouden'. Ik zat in de zetel, Eline zat naast me. Allebei staarden we naar het lege tekstbestand op het scherm. "Waarover ga ik nu schrijven, dedju?" Naast me ging een kopje aan het ratelen en kwam die ene vuige, scherpe en venijnige column over de VDAB naar boven. Eline zei het op haar prachtige, serieuze manier. "Waarom niet over de lijdensweg van een werkzoekende?" Heb ik al vermeld dat mijn vrouw een genie is? Het was negentien augustus. Haar woorden waren nog niet koud of de eerste namen verschenen op het tekstbestand. Maarten werd het hoofdpersonage. Het was een willekeurig gekozen naam, mogelijk onbewust geïnspireerd door de protagonist in 'Hersenschimmen' van Bernlef of door een vroegere collega van mij. De achternaam, Vanhamel, komt overigens rechtstreeks van de keeper van Beerschot. Niet dat voetbal zo'n grote inspiratiebron is maar Mike Vanhamel is een vet coole gast. Op de lijst verschenen ook de namen van de huisgenoten van Maarten: Dariya en Frederik, zijn beste vrienden, en Marcel, de uitkeringstrekkende dronkaard op het gelijkvloers. Zijn nichtje Lena kwam erbij en de buurvrouw, Madam Kuch, kreeg haar welverdiende plek in de literaire geschiedenis. We konden beginnen. Ik twijfelde nog eventjes over de opzet. Een begin vinden is eigenlijk nog moeilijker dan een einde verzinnen. Om een beetje inspiratie op te doen, bladerde ik door mijn eigen werkzoekgeschiedenis. Ik gooi zelden e-mails weg, dus typte ik 'Niet Weerhouden' (Eline had ook meteen de titel voorgesteld) in de zoekbalk. Daar verschenen ze in volle glorie. De "neen, dank u" e-mails. De afwijzingen. De gortige hovaardigheid van de arbeidsmarkt. Deze e-mails komen letterlijk terug in 'Niet Weerhouden'. Elk hoofdstuk van dit boek begint met een dergelijke e-mail, op functieomschrijvingen en namen na rechtstreeks gekopieerd van de e-mails en brieven die ik tijdens mijn eigen zoektochten naar werk heb ontvangen. Dus als u tijdens het lezen van dit boek denkt "dit kan toch niet, zo'n antwoord krijgt geen enkele sollicitant": jawel. De aanzet was gegeven. Na die eerste e-mail volgde het eerste gesprek met Valerie, zijn bemiddelaar, en vanaf dan is het heel snel beginnen gaan. Op vijfentwintig augustus werden de eerste hoofdstukken naar mijn vaste testlezeressen gestuurd. Twee dagen later was ik drie hoofdstukken verder. Van de initiële plannen voor het plot bleef eigenlijk niets meer over, behalve de hechte vriendschap tussen de hoofdpersonages. Het leek wel alsof Maarten zijn eigen verhaal aan het schrijven was, los van de harde realiteit die als rode draad door het boek loopt. Geloof het of niet, maar sommige scènes kwamen voor mij ook als een complete verrassing, en sommige uitspraken van Maarten al zeker. ![]() Ik kan me niet meer precies herinneren waar en wanneer Eline opnieuw met een van haar alles in gang zettende meningen kwam aanzetten, maar wat ze zei, sloeg in als een bom. "Volgens mij is 'Niet Weerhouden' een krachtiger debuut dan 'Gehucht'," mompelde ze. Meteen voegde ze eraan toe dat ze 'Gehucht' een sterk boek vond, maar dat het nieuwe verhaal een veel grotere impact zou kunnen hebben. Gewoon omdat het zo uit het leven gegrepen is. "Het is een uniek onderwerp voor een roman en toch zo herkenbaar voor iedereen die werk heeft moeten zoeken." Ze had gelijk. Dat heeft ze vaak. Meteen begreep ik ook waarom de publicatie van 'Gehucht' er geen zin in had gehad en waarom alles rond 'Niet Weerhouden' heel wat eenvoudiger liep. De ideeën kwamen vanzelf. Het verhaal raasde haast vanzelf verder. Grafici had ik niet nodig, een bijna letterlijke kopie van een e-mail uit mijn inbox volstond als cover. Drukkerij Baskerville bood aan me te helpen met de technische details. De gok werd plots heel wat minder groot. ![]() 3. Een leerproces als een ander Wat moest gebeuren, is dus uiteindelijk ook gebeurd. Ondanks alles is 'Niet Weerhouden' mijn officiële debuut. Alle tekenen hebben al die tijd in die richtig gewezen. 'Cecilia's World' was een goed boek maar er waren enkele problemen mee. Het omzetten naar e-book was rampzalig, net als het drukklaar maken. Van grafische vormgeving heb ik weinig pap gegeten. Hoe ik zoiets fiscaal moest aanpakken, wist ik niet. Als ik eraan terugdenk, zou ik het nu heel anders hebben aangepakt. En dat is precies wat ik met 'Niet Weerhouden' heb gedaan. Ik ben naar een boekhouder gestapt waardoor het boek via mijn eigen uitgeverij uitkomt. Zamp Makely. Ik heb het lot van de boeken in de professionele handen van drukkerij Baskerville gelegd. Ook voor hen heeft het lang geduurd alvorens er iets tastbaars op de plank lag, want ik ben voor een heel ander project bij hen terecht gekomen. Dat project komt er nog van maar daar hebben we het in de toekomst nog wel eens over. Baskerville verdient een pluim. Ook zij hebben me één en ander geleerd waardoor alles in de toekomst weer een beetje gemakkelijker zal worden. Via mijn werk bij Standaard Boekhandel heb ik dan weer de juiste mensen in mijn netwerk gevonden om het kleinood over heel Vlaanderen te verdelen. Ik heb uren gespendeerd aan het her-layouten zodat 'Niet Weerhouden' geschikt is voor alle e-book-providers. De pers is op de hoogte en de promotiecampagnes zijn voorzichtig begonnen. De trein rolt en ik zit lekker zelf in de cockpit. Het schrijven van 'Niet Weerhouden' was eigenlijk kinderspel. Het zou goed kunnen dat het boek zelf al lang klaar zat maar dat het gewoon aan het wachten was tot ik genoeg ervaring en zelfvertrouwen had opgedaan om het geheel tot een goed einde te brengen. Dat is nu gelukt, vind ik, en ik vind ook dat ik hier best trots op mag zijn. Niet alleen op het originele thema en de grote dosis humor maar ook en vooral op het feit dat ik weer immens veel heb bijgeleerd. Trots ook op hoe Eline en ik ons als een hecht team achter dit project hebben gezet. We hebben samen veel woelige waters doorzwommen en de nodige tegenslagen gekend in ons leven, maar de onvoorwaardelijke steun en de eeuwige hulp die we elkaar elke dag opnieuw geven, zorgt ervoor dat we altijd zullen blijven verbeteren, in alles wat we doen. Als dat geen sterke drijfveer is, dan weet ik het ook niet meer. |
Auteur'Niet Weerhouden', het Nederlandstalige debuut van Serge, is nu verkrijgbaar. Categories
All
Archives
July 2023
|