Een blog over het leven in en rond de gloednieuwe Standaard Boekhandel
Al die complimenten zijn terecht. De verhuis van zo'n winkel kost bloed, zweet, tranen en een beetje innerlijk gegrom, zo af en toe. Zaterdagavond sloten we onze locatie in het Century Center. Maandagmorgen gingen we open in de Quellinstraat. Het was een stevig weekend, zoveel is zeker, maar er ging dan ook een uitgebreide voorbereiding aan vooraf, geholpen door de eeuwenlange* ervaring van Standaard Boekhandel. Dankzij het harde werk van tientallen mensen mogen Alain en ik complimenten in ontvangst nemen. Dat is plezant en ik doe graag mijn best om die complimenten door te spelen naar al die mensen achter de schermen. Van de mensen van het management die alles tot in de puntjes voorbereid hebben, over de verhuiskliek die erin slaagde om een hele winkel op twee en half uur tijd in dozen te steken, tot de schilders en de man die de uil op het raam kwam kleven. Van mijn baas, Alain, die hoogstwaarschijnlijk enkele grijze haren heeft gekregen, tot de IT'er die een uur naar routers heeft lopen zoeken. Deze verhuis was een huzarenstuk. Dus, aan al die mensen: een kus van de juffrouw en een bank vooruit! Jullie hebben bergen verzet. Nu is het aan ons om het verhaal verder te schrijven, om het in passende vaktermen uit te drukken. Goed dus dat ik mezelf als schrijver identificeer. De wereld is mijn muze en een behoorlijk deel van die wereld speelt zich nu al enkele weken af in een "ferme winkel," zoals een van onze vaste klanten zei. Natuurlijk schrijf ik graag mee aan een dergelijk verhaal. Inspiratie zat in zo'n winkel en in zo'n stad. Ik nam me dus al snel voor om een stevige blog te schrijven over onze nieuwe locatie. "Toch positief hé," mopperde Alain. "Natuurlijk, wat anders?," grinnikte ik. Het mooie aan een blog over werken in een winkel in Antwerpen is de rijke geschiedenis van het geheel. Wanneer we het over de verhuisplannen hadden tegen onze lokale klanten, kregen we vaak het antwoord: "Ah, waar de ING lag." Dat klopte. Quellinstraat 1 is jarenlang een bankkantoor geweest. Het was echter een vriend van mij die me vertelde dat het pand nog een veel interessantere geschiedenis heeft gekend. Het was ook daarop dat die tweede mevrouw had gedoeld. Tijd voor een streepje cultuurgeschiedenis. * letterlijk: Standaard Boekhandel is opgericht in 1919 CalypsoWie vandaag naar de film wil, gaat ofwel naar Metropolis, ofwel naar UGC. Ooit was dat anders. Al sinds de jaren twintig lag de stad bezaaid met bioscopen. Er was de Rex, de Astrid, de Savoy, de Quellin, de Sinjoor, de Astra, de Rubens, de Scala, de Empire, de Antwerp Palace, de Peter Benoit. De lijst gaat maar door. Nagenoeg elke cinema had haar specialiteit. De ene vertoonde grote Hollywoodfilms, andere hielden op Vlaamse prenten en nog andere gingen helemaal de KNT-toer op. Sommige Antwerpenaren herinneren zich de enorme affiches nog die de Keyserlei en omliggende straten domineerden. De sfeer moet indrukwekkend geweest zijn. De cinema beleefde gouden jaren, tot aan de tweede wereldoorlog. Een V2-bom legde de Rex neer en nagenoeg de hele bioscoopwereld ging mee ten onder. Het was een enorme klap waarvan maar enkele cinema's ooit zouden herstellen. Er was ook de Trocadero Cinema, opgericht in 1920 en herbouwd in 1934. Op de hoek van de Keyserlei en de Quellinstraat konden 1200 mensen naar de grote filmsterren van de vooroorlogse jaren kijken. De terminus van tram 11 lag voor de deur. Er stonden zelfs nog bomen op de Keyserlei. Later werd het pand omgedoopt tot Ciné Crosly en nog later tot Crosly Bowling. Uiteindelijk zou het gebouw in 1973 worden overgenomen door de Calypso-groep. De Calypso was geboren. Drie zalen, 577, 347 en 278 stoelen. Duizenden mensen die zich kwamen vergapen aan de enorme affiches en de mooiste films. Met de opkomst van de echte megacinema's en van de cinematische thuisbeleving kregen uiteindelijk ook de laatste kleinere bioscopen het moeilijk. Cartoon's hield het nog uit maar Calypso ging op de eeuwwisseling definitief dicht. Standaard BoekhandelHet gebouw kwam in handen van ING. "Weg cultuur," zou je dan denken maar dat was buiten Standaard Boekhandel gerekend. Cultuur laat zich niet zomaar opzij zetten, dat mag wel duidelijk zijn. Waar vroeger mensen zich kwamen vergapen aan Burt Reynolds of Faye Dunaway komen andere mensen vandaag boeken kopen van Carlos Ruiz Zafón of Elena Ferrante, komen ze informatie opdoen uit de werken van Yuval Noah Harari of Johan Op De Beeck en halen ze de klassiekers van Jan Terlouw of Roald Dahl in huis. Sommigen kopen een kraslotje of een krant en nog anderen bestellen er de schoolboeken voor de kinderen.
En tussen al dat papierwerk sta ik, trots dat ik een kleine jongen aan het lezen gekregen heb en blij dat ik niet meer de volledige stad moet aflopen om kerstcadeau's voor de familie te zoeken. "Vanaf nu komt alles van de Standaard," heb ik hen gezegd en daar was iedereen tevreden over. Alleen de flessen Iron Maiden-bier voor mijn broer koop ik bij een lokale leverancier want da's een toffe pee. Kortom, voor alle cadeau's, gezelschapsspelletjes, jeugdliteratuur, lottobiljetjes, zwijmelproza, angstzweetschrijfsels, krantenkopperij en Pokemonkaarten kan u bij ons terecht. Wij staan met een brede glimlach achter onze mondmaskers klaar om u een toffe winkelervaring te bezorgen. Genoeg te beleven, genoeg te ervaren en genoeg om over te schrijven. Volg deze blog voor meer leuke, spannende, grappige en ontroerende verhalen over het leven in en rondom de winkel. Ergens in het begin van deze eeuw hield ik me al eens bezig met korte, bitsige columns die ik dan op facebook of myspace gooide. Zo gaf ik De Morgen een grappige veeg uit de pan en mochten tal van bekende en minder bekende mensen aan de spreekwoordelijke schandpaal genageld worden. Aan een echte schrijverscarrière dacht ik toen nog niet. Het was allemaal maar voor de lol. Trouwens, ik was nog te druk bezig met het muzikantenbestaan en met een rits aan klotejobs. Zelfs mijn liefdesleven stond nog niet op een degelijk niveau. Al bij al speelde ik met lettertjes, woordjes en zinnen, verstoken in de onderste regionen van de literaire wereld. Ik was ook een langharig stuk tuig, een stoerdoenertje in de wereld van heavy metal en aanverwanten. Samen met gelijkgezinden bevond ik me meer dan regelmatig in concertzalen en op festivalweides. Mijn broeken waren gescheurd, hoewel dat toen nog geen mode was. Mijn t-shirts waren zwart en versierd met skeletten, doodskoppen en ander ongein. Mijn hele leven bestond uit innerlijke scheldtirades, gedreven door woeste muziek en een verschrikkelijke hekel aan deze maatschappij. Naast het betere gitaargeweld, lustte ik ook wel pap van de hele gothic-scene, eveneens gedreven door een gitzwart wereldbeeld. Ook daar schuimde ik de feestjes af, meer voor de vrouwen dan voor de muziek maar ik was nog jong. Op een van die feestjes gebeurde het. Een jongen, enkele jaren ouder dan ik, zei dat ik hem aan Herman Brusselmans deed denken. Mijn uiterlijk, maar vooral ook mijn schrijfstijl en mijn "zeitgeist" waren, volgens die lul, zeer zwaar geïnspireerd door Brusselmans. Ik had blijkbaar ook evenveel respect voor vrouwen als "Brussy", nul dus. Het bericht was misschien wel als compliment bedoeld maar voor mij kwam het als een regelrechte belediging aan. Op zich had ik toen nog geen hekel aan de Vlaamse successchrijver maar ik wilde niet met anderen vergeleken worden, zeker niet met iemand die eigenlijk maar één onderwerp in zijn boeken had zitten: neuken. De jongen probeerde zijn compliment nog te redden door te zeggen dat ik het misschien wel even ver zou schoppen als Herman maar ik hield vol. Er is maar één Herman Brusselmans en dat zijn er al teveel. Vandaag zeikt Brusselmans mensen af in een Nederlands dagblad. In België vinden ze er al niets meer aan precies. Zijn boek "Bloed Spuwen Naar De Hematoloog" gaat over de toonbank als beschimmelde sandwiches en vraag naar ander materiaal van hem is even schaars als het doorzettingsvermogen van onze politici. In een artikel op de website van een Vlaamse krant las ik dat hij bakken kritiek krijgt door bakken kritiek te geven op de omvang en het gewicht van een Nederlandse prinses. Amelia is lang niet zijn enige slachtoffer. Tal van bekende figuren mochten al van zijn literair gekanker proeven, met wisselend succes want wat blijkt: als Brusselmans er niet op kan rukken, zal hij er gewoon op pissen. Dat is het motto van een tanende carrière als auteur. Het feit dat Herman er tegenwoordig uitziet als een verhongerde en met lijm overgoten poedel zal daar niet meer veel aan veranderen. Mijn absolute afkeer van vergeleken te worden met Brusselmans zorgde ervoor dat ik enigszins van stijl ging veranderen. Ik begon de zwartgalligheid te vervangen door humor en ik begon over mijn eerste liefde, muziek, te schrijven. Stilaan begonnen mijn teksten en columns echt ergens over te gaan. Over volwassen worden en over een relatie in stand houden, iets waar zelfs zijne langvettigharigheid nog niet mee bezig was. Terwijl ik me waagde aan muziekrecensies, braakte Brusselmans gezellig verder. Het ene na het andere boek verscheen. Het zijn er meer dan zestig ondertussen. Met elk schrijfwerk graaft hij dieper en dieper in zijn ogenschijnlijk bodemloze literaire beerput. "Ik heb een godvergeten klotehekel aan alles en iedereen en jullie, mijn lieve en simpele lezertjes, mogen daarvoor jullie zuurverdiende centen neerleggen," dat lijkt Brusselmans tegenwoordig te denken. Zijn berg bagger is inmiddels zodanig groot geworden dat Jan De Nul hem een offerte heeft gestuurd. Ben ik jaloers op het succes van Brusselmans? Dat begon ik me ook af te vragen, maar neen. Ik wil niet de copycat zijn die dezelfde soort stront naar zijn lezers gooit. Wil ik opvallen met mijn kritiek over Brusselmans? Alweer, neen. Of misschien toch wel. Misschien wordt het gewoon eens tijd dat Herman zijn plakkerige handdoek in de ring smijt en een echte job gaat zoeken, al was het maar om inspiratie te vinden en eens iets origineel op de markt te kunnen gooien. Want geef toe, de relevantie van Brusselmans dateert toch ook alweer van de jaren negentig, toen alcoholisme, seksisme en hormonale frustratie nog volkomen normaal gevonden werden. Ze droeg een kort gitzwart rokje met daarover een langere, doorzichtige rok. Haar al even gitzwarte haar wapperde over haar schouders tot in het midden van haar jeans-jasje. Het haar was geverfd want haar felblauwe ogen verraadden en heel andere kleur. Blond, misschien zelfs ros, wat haar wat ietwat bleek uitziende huid kon verklaren. Haar voeten zaten opgesloten in dikke, donkere laarzen met gele lapjes stof vrolijk bengelend op het ritme van haar voetstappen. Naast haar liep een jonge man, slechts enkele jaartjes ouder dan zij maar stapelverliefd op de haast engelachtige verschijning die zij was. Hij was gekleed in een doordeweeks landloperskostuum, zijnde een gescheurde broek van een hip merk en een verfrommeld t-shirt waar "Calvin Klein" op gedrukt stond. Twijfelend voelde hij of hij haar hand mocht vasthouden, iets waar zij kennelijk minder enthousiast over was dan hijzelf. Zo liepen ze samen door de winkel. Zij met het zelfvertrouwen van een succesvolle zakenvrouw, hij met het troosteloze karakter van een chihuahua. Zolang hij dat handje maar kon vasthouden, dan was alles goed in zijn wereldje. Hij probeerde wel te pochen met haar schoonheid maar er was letterlijk niemand die hen kon zien, alleen ik, en ik ben dat stadium duidelijk voorbij. Door de luidsprekers wauwelde Walter Grootaers dat ze jong was, wat als een mantra werd herhaald door de andere Kreuners. Zelfs voor hen zou ze inmiddels té jong zijn, zoveel was zeker. Ze keek naar de boeken en naar de vrolijke gadgets tegen de muur. "Oh, dat is mooi." "Dat is een heel goed boek." "Dat ziet er wel een handige agenda uit." Hij voelde zijn portefeuille huilen en probeerde het gesprek een andere wending te geven. "Dit boek heb ik ook gelezen," zei hij vol trots, "en dat ook." Hij had naar eigen zeggen redelijk wat boeken gelezen maar toevallig alleen maar boeken waar Hollywood zich mee had geamuseerd. Ze keek hem aan met een stomverbaasde blik in haar grote blauwe ogen. "Heb jij Vijftig Tinten Grijs" gelezen?" Ja, in de cinema, met een ander meisje dat Walter Grootaers te jong zou vinden. Even keek hij paniekerig rond, bang voor eventuele verdere vragen en zoekend naar iets om haar aandacht af te leiden. Dat iets was een totaal onverwachte en nog meer ongepaste tik op haar kont. Dat iets was overduidelijk een zware fout. Het zorgde ervoor dat hij haar handje niet meer mocht vasthouden en dat de innerlijke chihuahua begon te beven van de stress. Ze tikte zijn hand weg, een beetje zoals Melania deed met Donald, maar toch stak ze nog een venijnig sprankeltje hoop in zijn verwarde hormonen. "Niet hier." Ze keek boos en giechelde, tegelijk, als een volleerde vamp. Daarna stapte ze kordaat de winkel uit, gevolgd door een stortvloed aan tegenstrijdige emoties met een piemel. Ik moest even lachen met zijn aandoenlijke pogingen om het nog goed te maken maar concentreerde me al snel op het afsluiten van de werkdag. Eens de boel afgesloten was, stapte ik de trap op en stond ik weer oog in rug met het jonge koppeltje. Alles was weer in orde, zo leek het. Haar arm hing rond zijn middel en de zijne bengelde lui over haar schouder. Met haar vrije hand wees ze naar een zilveren armbandje met blinkende zirkonen in de etalage. "Dat meisje gaat het nog ver schoppen," dacht ik terwijl ik naar de tramhalte stapte. Ze droeg een mondmasker in dezelfde kleur als haar jurk. Daarboven tuurden twee lichtbruine ogen door het plexiglas scherm naar mij. Ze leek een beetje zenuwachtig en wiebelde heen en weer op haar kleine voetjes. Van nature en uit gewoonte begroette ik haar vriendelijk, ook al kon ze mijn glimlach niet zien. Die was ook verstopt achter een chirurgisch maskertje, toevallig ook van dezelfde kleur als mevrouw haar kleed. "Heb jij "Help, Ik heb mijn vrouw zwanger gemaakt?" vroeg ze stil en zichtbaar verlegen. Ik zocht het boek op in onze database maar moest mevrouw teleurstellen. "Neen, momenteel niet in stock mevrouw. Als u wil, kan ik 'm bestellen voor u." Ze twijfelde, blies een pluk haar uit haar ogen en legde haar beide handen op de toonbank. "Hoe lang duurt het om het boek te bestellen?" Ik keek op de computer. "Twee dagen. In principe zou die dan vrijdag hier moeten zijn". "Zeker?" Ik was niet zeker. In deze tijden weet je immers nooit. "Wat ik zou het boek toch voor zaterdag aan mijn vriend willen geven. Ik wil dat hij het weet vooraleer we naar zijn ouders rijden." Ik knikte, zoals ik zo vaak doe bij situaties waar ik geen snars vanaf weet. Ze haalde haar schouders op en ging verder. "Hij mag toch de eerste zijn die het te weten komt, niet?" Dan was ze nu al te laat. "Nu weet ik het al." Ze moest lachen en werd meteen weer verlegen. "Niet vertellen hé." Ik schudde mijn hoofd. Ik had haar nog nooit eerder gezien dus ik had geen idee welke "hem" erbij hoorde. "Natuurlijk zeg ik niets. Dat laat ik aan jou over." Ze giechelde maar aan haar gezicht kon ik zien dat ze dat bewuste gesprek liever nog een tijdje had vermeden. "Dat is goed," fluisterde ze. "Hij hoeft het niet van anderen te horen." Opnieuw haalde ik mijn schouders op maar, zoals wel vaker gebeurt, ging mijn grijze massa meteen aan de slag met de gegeven informatie. "Het kan wel zijn dat ik er vanavond een columnpje over schrijf." Ze keek verbaasd op en snel weer naar de afbeeldingen van krasbiljetten op de toog. "Column? Waar?" Ik lachte. "Gewoon op facebook. Ik heb daar heel wat vrienden die vreemd gaan opkijken als ze de titel lezen." Alweer die verlegen glimlach. Ze vond het goed, zolang haar vriend het maar niet las, maar die heeft geen facebook, zei ze, en lezen is ook niet zijn favoriete hobby. Ik kon stiekem al raden wat zijn favoriete hobby dan wel was. Binnenkort hopelijk spelen met zijn dochtertje of zoontje. |
Auteur'Niet Weerhouden', het Nederlandstalige debuut van Serge, is nu verkrijgbaar. Categories
All
Archives
July 2023
|